10 punten waaraan je een goede paardentandarts herkent

Een goede paardentandarts...

1. .... is een dierenarts die zich toelegt op tandheelkunde.
Een goede paardentandarts is iemand die dierenarts is en zich toelegt op tandheelkunde bij paarden. Een dierenarts mag alle nodige behandelingen uitvoeren (zoals bvb. tanden trekken) en ook verdoving en sedatie toedienen. Tandartsen die geen dierenarts zijn (gebitsverzorgers), mogen geen sedatie of verdoving toedienen en geen tanden trekken (zelfs geen wolfstanden!). Zij mogen zich enkel beperken tot het vijlen van de tanden.

2. ... heeft goed materiaal.
Kwalitatief materiaal is de sleutel naar een VEILIGE, VOLLEDIGE en VLOTTE behandeling en zorgt voor een aangename ervaring voor zowel paard, eigenaar als paardentandarts. Alles begint bij een veilige mondspreider en het creëren van een veilige werkomgeving waarbij het paard rustig is. Zonder goede lamp en spiegel is het onmogelijk om de mond volledig te onderzoeken. De voorkeur gaat uit naar elektrische vijlen omdat hiermee nauwkeurig en ook achteraan in de mond gewerkt kan worden op een vlotte manier.

3. ... heeft meer dan alleen een vijl.
Scherpe punten en haken komen het vaakst voor, maar zijn niet de enige problemen die je kan tegenkomen in een paardenmond. Een van de pijnlijkste aandoeningen in de mond zijn diastema's (spleetjes tussen tanden waar voedsel tussen blijft zitten). Voor de behandeling hiervan is specifiek materiaal nodig. Ook voor het trekken van snijtanden, kiezen, wolfstanden en zelfs doppen is specifiek materiaal nodig dat niet iedere paardentandarts heeft. Bovendien mogen tandextracties enkel uitgevoerd worden door dierenartsen. Tegenwoordig kunnen er ook al wortelkanaalbehandelingen uitgevoerd worden en kunnen gaatjes in tanden gevuld worden.

4. ... neemt tijd voor uw paard.
Een goede paardentandarts gaat niet overhaast te werk, maar neemt zijn tijd voor een goed onderzoek van de mond vooraleer hij start met de behandeling. Zo wordt er niets over het hoofd gezien. Een gemiddelde gebitsbehandeling (inclusief onderzoek) duurt gemiddeld 30 - 60 minuten per paard (afhankelijk van de bevindingen).

5. ... werkt alleen op een gesedeerd paard.
Een gebitsverzorging is geen dagelijkse bezigheid voor het paard. De meeste paarden zijn bij een behandeling wat onwennig of durven plots te panikeren. Als het paard niet stil staat of zijn mond niet stil houdt, kan je de mond niet nauwkeurig onderzoeken, laat staan volledig behandelen en dan duurt het alleen maar langer voor iedereen. Daarom wordt er een lichte sedatie gegeven om de behandeling vlot, nauwkeurig en veilig te laten verlopen. Door de sedatie ontspant het paard en stopt hij ook met kauwen. Zo heeft de tandarts voldoende tijd om alle behandelingen uit te voeren die nodig zijn. Sedatie mag enkel toegediend worden door een dierenarts.

6. ... legt de bevindingen uit aan de eigenaar en laat hem mee kijken en eventueel voelen.
Het is belangrijk om als eigenaar te weten wat er zich afspeelt in de mond van uw paard en hoe dat het tot deze situatie komt om te begrijpen wat de paardentandarts doet bij de gebitsbehandeling. Wanneer het paard het toe laat, kijk en voel je best mee in de mond van je paard.

7. ... laat zijn werk controleren.
Op het einde van de gebitsverzorging laat een goede paardentandarts de eigenaar een laatste keer voelen en kijken naar het resultaat met daar de nodige uitleg bij. Na het bezoek van de paardentandarts gaat de mond van je paard weer voor een jaar dicht, dus je kan maar beter kijken zodat je weet met welk gebit je paard het komende jaar verder moet.

8. ...maakt een duidelijk verslag en geeft advies.
Het is onmogelijk om te onthouden wat de paardentandarts allemaal heeft gedaan bij je paard. Daarom wordt er best een verslag gemaakt waarbij het gebit van het paard wordt nagetekend en er wordt aangeduid welke behandelingen hebben plaatsgevonden. Daarbij hoort een gepast advies voor de termijn van terugbezoek en bij oudere paarden hoort hier ook een aangepast voedingsadvies bij.

9. ... volgt regelmatig bijscholingen en verruimt zijn kennis en vaardigheden.
Wie begaan is met zijn vakgebied, volgt hierover regelmatig bijscholingen om zijn kennis te verruimen en waar nodig bij te schaven. Vaak is er een praktisch gedeelte verbonden aan bijscholingen waarbij specifieke vaardigheden aangeleerd kunnen worden.

10. ... kent zijn beperkingen.
Een gebitsbehandeling staat steeds in het teken van het paard. Een goede paardentandarts kent zijn beperkingen en weet wanneer hij in belang van het paard moet doorverwijzen op het moment dat zijn kennis, materiaal of ervaring te kort schiet.