4 fabels over paardentanden

Er zijn een aantal fabels die de ronde doen in de paardentandenwereld. Met dit artikel probeer ik deze fabels de wereld uit te helpen.

FABEL 1: PAARDENTANDEN HEBBEN GEEN ZENUWEN

Iedere paardentand bevat een zandzenuw.

Iedere paardentand bevat zenuwen!

Er wordt wel eens gezegd dat paardentanden geen zenuwen hebben. Dit is helemaal niet waar! Paardentanden hebben weldegelijk zenuwen en de zenuw zit dichterbij dan je zou denken. De tandzenuw komt toe in de wortel van iedere tand en rijkt tot in de kroon tot ± 1cm onder het kauwoppervlak. Omdat paardentanden langzaam afslijten, trekt de tandpulpa (bevat de tandzenuw, bloedvaten en lymfweefsel) langzaam terug en laat secundair dentine achter. Dit dentine kleurt bruin in de tand en wordt ook wel de "tandster" genoemd. Bij het raspen van de tanden moet er dus opgelet worden dat er niet te veel aan het kauwoppervlak geraspt wordt in één keer, want het risico bestaat dan dat de tandpulpa geopend wordt.

De ijzerdraad werd ingebracht in de pulpaholte en duidt aan waar de tandzenuw zit.

De ijzerdraad werd ingebracht in de pulpaholte en duidt aan waar de tandzenuw zit.

FABEL 2: PAARDENTANDEN GROEIEN HEEL HUN LEVEN LANG DOOR

Konijnentanden groeien hun leven lang door. Paardentanden ondergaan eruptie. Foto:http://dierenartshoogland.nl/

Konijnentanden groeien hun leven lang door. Paardentanden ondergaan eruptie.
Foto: dierenartshoogland.nl

Bij deze stelling gaat het voornamelijk over een fout woordgebruik. Paardentanden (hypsodonte tanden) ondergaan heel hun leven lang eruptie. Dit wil zeggen dat de tand langzaamaan uit de tandkas richting de mondholte wordt getrokken. Dit proces is nodig omdat de tanden van een paard bij het eten slijtage ondergaan. Zonder deze eruptie zouden ze zo kort worden dat er geen kroon meer in de mond aanwezig is. De eruptie zorgt er voor dat het stukje zichtbare kroon in de mond dus altijd even lang blijf, ondanks de slijtage die de tanden ondergaan. Het stuk tand dat "reserve" klaar zit in de tandkas wordt dus ieder jaar iets korter. Dit impliceert dat de tanden na 25 à 30 jaar op zijn. Het is natuurlijk makkelijk gezegd en uitgelegd dat paardentanden "groeien" omdat het woord "eruptie" niet zo bekend is. Uiteraard groeien paardentanden wel tijdens hun ontwikkeling. Deze groei gaat door tot ongeveer 1 jaar nadat ze in de mondholte staan.
Er bestaan wel tanden die heel het leven lang blijven groeien. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de snijtanden van konijnen. Deze tanden zijn van het elodonte type.

FABEL 3: HENGSTENTANDEN MOETEN GETROKKEN OF AFGEROND WORDEN

Het komt wel vaak tot mijn oren dat hengstentanden getrokken moeten worden of afgerond moeten worden omdat het paard daar last van heeft. Eerst en vooral is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen hengstentanden en wolfstanden. Daar zit al vaak de fout. Hengstentanden/ruintanden/haaktanden/canini/hoektanden zijn geslachtsgebonden en komen voornamelijk voor bij mannelijke dieren. Sommige merries hebben ze ook maar dan zijn ze veel kleiner. Deze tanden zijn bedoeld om te vechten met andere hengsten. Hengstentanden zitten niet in de weg van het bit en storen dus op geen enkele manier in de mond van je paard. Wolfstanden (vaak worden deze verward) bevinden zich vlak tegen de eerste kies, zijn veel kleiner en kan je niet zo makkelijk zien in de mond van je paard. Deze zijn niet geslachtsgebonden en worden wel vaak getrokken omdat het bit tegen deze tandjes komt bij het rijden.
Veel gebitsverzorgers die een opleiding in Amerika genoten hebben, ronden de hengstentanden af, al zouden ze dit beter niet doen. Hengstentanden ondergaan geen eruptie (brachydonte tanden zoals onze tanden), ze "groeien" dus niet en ze bevatten een groot pulpakanaal met een tandzenuw die tot enkele milimeters van de top van de tand rijkt. Het inkorten van deze tanden gaat dus gepaard met een zeer groot risico op het openen van de pulpaholte. Wanneer de pulpa geopend is, is dit niet alleen zeer pijnlijk voor het paard, maar een geopende pulpa kan leiden tot het afsterven van de tand en het ontstaan van een tandwortelinfectie. Omwille van de kromme vorm van deze tanden zijn ze ze zeer moeilijk te verwijderen. Enkel wanneer hengstentanden verwondingen geven in de lippen of de tong, is het verantwoord om deze op een zeer minieme en voorzichtige manier af te ronden.

Hengstentand en wolfstand

De blauwe pijlen duiden de hengstentanden aan. De zwarte pijl duidt de plaats aan waar wolfstanden kunnen staan.

FABEL 4: HET IS TOCH NORMAAL DAT OUDE PAARDEN MINDER VLOT ETEN EN MAGER WORDEN

Shayne, het op 1 na oudste paard, overleden op 51-jarige leeftijd. (Old Billy werd 62 jaar.)

Shayne, het op 1 na oudste paard, overleden op 51-jarige leeftijd.
(Old Billy werd 62 jaar.)

Het wordt nogal vaak aangenomen dat normaal is dat oudere paarden en pony's mager worden. Uiteraard is er een verband tussen ouderdom en mager worden, maar dit heeft een verklaring. Ouderdom is geen ziekte, maar maakt wel dat het lichaam hogere en andere behoeftes krijgt en vaak meer verzorging nodig heeft. Als oude paarden en pony's deze nodige zorgen niet krijgen, vermageren ze. Het mager worden is vaak direct gelinkt aan tandproblemen waardoor voeding onvoldoende fijn vermalen kan worden en er op deze manier te weinig voedingsstoffen uit gehaald kunnen worden. Regelmatige controle van de tanden van een oud paard en aanpassing van de voeding is daarom onmisbaar om gezond oud te worden. Rond de leeftijd van 25 à 30 jaar zijn de kiezen zo goed als op waardoor het eten van normaal ruwvoer zeer moeilijk tot onmogelijk wordt. Een aanpassing van het rantsoen is dan noodzakelijk. Ook wanneer het paard nog maar enkele tanden heeft, moet een gebitscontrole blijven gebeuren, want deze tanden ondergaan nog steeds eruptie en kunnen te lang worden. Bijkomend hebben oudere paarden ook gemakkelijk last van pijnlijke diastema's die door de tandarts onder controle gehouden kunnen worden. Wanneer de pijn weg is, zal het eten terug makkelijker gaan. Ook de behoeften van oude paarden veranderen. Zo nemen ze bijvoorbeeld moeilijker eiwitten op en zullen ze bij een rantsoen met een te laag of gewoon eiwitgehalte spieren verliezen. Ook de leefomstandigheden en andere gezondheidsfactoren spelen een rol in hoe een oud paard eruit gaat zien. Bij oude paarden met een onderliggend gezondheidsprobleem is het vaak moeilijk om ze dik te krijgen/houden. Voor gezonde oude paarden is het zeker wel mogelijk om ze mooi op gewicht te houden mits de correcte en aangepaste zorg en voeding!